Volkskrant artikel Malou van Hintum - 05/08/13
De zon schijnt, het zeewater is warm, en 1 januari 2015 is nog ver weg. Maar niet voor mensen die onzeker zijn over de zorg die ze dan zullen krijgen. Zij moeten de vragen beantwoorden die VWS-staatssecretaris Martin van Rijn hun voorlegt. Op een 'explanimation' op YouTube (http://youtu.be/82c3WTrK99k) vertelt hij dat de hervorming van de langdurige zorg om drie dingen draait: 'Wat kan ik zelf nog doen? Wat kan ik zelf betalen? En wat kan ik vragen aan mijn familie en mensen uit mijn omgeving?' Hij belooft dat gemeenten de zorg en steun zullen leveren die mensen niet zelf kunnen organiseren.
Is het onterecht om van mensen zelfredzaamheid te verwachten? Nee, helemaal niet. Maar het is wel jammer om daar pas over te beginnen als het emmertje is overgelopen; als mensen geen andere keus meer hebben dan een beroep op anderen doen. Iemand die slecht loopt en zijn evenwicht niet goed kan bewaren, moet je niet pas helpen als hij zijn arm of heup heeft gebroken. Die heeft al eerder hulpmiddelen en aanpassingen in zijn woning nodig, of andere woonruimte. En die vindt gemakkelijker zijn weg in een buurt die goed toegankelijk is. Dat betekent bijvoorbeeld een obstakelvrij trottoir (zonder losse reclamepanelen, bloembakken midden op de stoep en rondslingerende fietsen) gemaakt van stroef, slipvrij materiaal en met verlaagde trottoirbanden. Visueel gehandicapten hebben baat bij een heldere bewegwijzering met duidelijke letters en pictogrammen in contrasterende kleuren. En voor alle kwetsbare mensen moet het voetgangersverkeerslicht wat langer op groen, zodat ook zij kunnen oversteken.
Gemeenten die de openbare ruimte zo inrichten dat zo veel mogelijk burgers zich daarin gemakkelijk kunnen bewegen, slaan drie vliegen in een klap. Mensen kunnen langer mobiel blijven en voor zichzelf zorgen, en houden zo een betere fysieke conditie. Die verminderde fysieke kwetsbaarheid heeft ook gunstige psychische en sociale gevolgen. Mensen die er nog zelf tussenuit kunnen, zijn vrolijker en minder angstig, en doen meer sociale contacten op. Aangezien eenzaamheid de motor is van lichamelijk en geestelijk ongemak, rendeert investeren in het voorkomen daarvan. En als mensen uiteindelijk wel extra hulp nodig hebben, is het voor hen gemakkelijker om die te organiseren.
Het benutten van 'eigen kracht' is meer dan mensen in hun uppie laten aanmodderen en noodhulp beloven als het echt niet meer gaat. Het betekent eerst en vooral: zo veel mogelijk mensen zo lang mogelijk uit de langdurige zorg zien te houden, zodat ze die hulp pas veel later of misschien zelfs helemaal niet nodig hebben. Mensen worden zelden kwetsbaar en afhankelijk van het ene moment op het andere. Het is meestal een proces waarin ze steeds minder volgens hun wensen en ambities leven, en steeds meer geleefd worden door de klachten die ze ontwikkelen. De kunst is om samen met zulke mensen op tijd te onderzoeken hoe ze zo goed mogelijk met die klachten kunnen omgaan. Dat is iets anders dan een lijstje met medische problemen afvinken (zoals artsen doen), of hulpbehoevenden in het protocol 'zo doen wij dat nu eenmaal' duwen (een gewoonte van zorgverleners). Het is gaan zitten, luisteren, en samen de beste oplossing bedenken. Zodat iemand écht op eigen kracht verder kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten